top of page

MISOSOEP VOOR MENS EN MONKEYJAR - Arne Hendriks

LOCATIE: ACADEMIEGEBOUW

LABEL: INTERACTIVE

TIJD: DOORLOPEND

Arne Hendriks - EATING-WITH-PLANTS-scaled.jpg

Vleesetende planten hebben sinds men hun bestaan erkend altijd de verbeelding geprikkeld. Tot ver in de 19e eeuw bestonden vleesetende planten echter niet. De mens geloofde simpelweg niet dat planten vlees konden jagen en eten en dat maakte het vrijwel onmogelijk om de duidelijke signalen die het tegendeel bewezen te herkennen. Uiteindelijk was het Charles Darwin die door nauwkeurig observeren tot de conclusie kwam dat het eten van vlees door planten een evolutionaire aanpassing waren aan specifieke omgevingsfactoren. In zijn boek Insectivorous plants (1875) onderzoekt hij hoe planten insecten vangen en doden, vleesconsumptie tot een hogere fitheid van de plant leidt, en wat de oorsprong is van de gespecialiseerde organen die vleesetende soorten hebben ontwikkeld. Carnivore planten moeten een aantal onmiskenbare eigenschappen hebben die het mogelijk maken prooi aan te trekken, te vangen, en te verteren. Deze eigenschappen geven hen een evolutionair voordeel in termen van groei, overleving en reproductie. Vleesetende planten zijn tenminste zeven keer, op verschillende plekken op Aarde, onafhankelijk van elkaar, ontstaan. De omstandigheden zijn vaak vergelijkbaar, veel zonlicht, genoeg water en een voedsel-arme omgeving. Pas wanneer nutrienten als fosfor en stikstof ontbreken lijkt het voor planten zinvol om zich aan vlees-eten te wagen. In tegenstelling tot de mens lijkt de keuze voor de plant om vleesetend te worden geen heel groot succes. Er zijn weliswaar zo’n 1000 soorten die vlees eten maar vaak komen ze maar mondjesmaat voor en dominant zijn ze zeker niet. Het is vooral een manier om te overleven. Er zijn een aantal evolutionaire omkeringen bekend waarin een vleesetende plant vegetarisch is geworden. Dat kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van volwassen worden. Waar sommige planten nog plakkerige druppels maken als jonge plant houdt dit mechanisme na enige tijd op, of wassen de druppel bij de eerste regenbuien weg waarna geen nieuwe plakkerige druppels meer worden geproduceerd. Een andere oorzaak kan liggen in de ontwikkeling van alternatieve voedselbronnen zoals in de uitwerpselen van insecten, muizen en zelfs vleermuizen. Soms zijn insecten vervangen door de consumptie van algen, bladeren en pollen. In deze gevallen lijkt vlees-eten vooral een tijdelijke aanpassing te zijn geweest tot andere nutrienten beschikbaar komen. In een klimaat waar genoeg andere voedselbronnen beschikbaar zijn, eten planten zelden vlees.

De wonderlijke en inspirerende reis van de vegetarische vleesetende plant inspireerde de totstandkoming van een intieme maaltijd voor twee: Nephenthes alata (Monkeyjar) & Homo sapiens (Mens) worden beide aan tafel uitgenodigd om een met miso op smaak gebrachte groentensoep te nuttigen.

bottom of page